Onze gewassen die we telen zijn: maïs, tarwe, aardappelen en suikerbieten.
We rouleren per perceel (stuk grond) ieder jaar het gewas. Zo staat er nooit twee jaar achter elkaar hetzelfde gewas op hetzelfde perceel. Dit is beter voor bodem, onkruiddruk en groei van het gewas.
Een deel komt weer terug in het voer: maïs en graan (tarwe).
De aardappelen en suikerbieten worden verwerkt tot producten voor menselijke consumptie. De reststromen komen weer terug in het voer óf op het land.
Onze gewassen
Maïs
Maïs telen we voor de korrel. Afhankelijk van het weer gaat eind de maïs de grond in. Vervolgens groeit de plant afhankelijk van de omstandigheden tot het einde van de zomer. Daarna rijpt de maïskolf af. De maïsbladeren kleuren bruin, de korrel is mooi geel/oranje.
Met een combine (dorsmachine) wordt de korrel geoogst. Deze wordt vermalen en aangezuurd. We slaan de voorraad op in de kuil (een luchtdicht afgesloten ‘bult’).
De maïs is een onderdeel van het voer .
De stengel en bladeren worden versnipperd en blijven op het land achter: goed voor de bodemstructuur en het bodemleven.
Dit is dus anders dan bij snijmaïs voor bijvoorbeeld koeienvoer. Daar wordt de hele maisplant gehakseld opgevoerd.
Tarwe
Tarwe is een graanproduct.
In het najaar, na de oogst van het vorige gewas, zaaien we de wintertarwe. Het zaad ontkiemt en kom al op. In de winter stopt de groei om vervolgens in het voorjaar verder te groeien.
Omstreeks juli/augustus kan er gedorst worden. De stengel van de tarweplant is stro. Zo kan dat in balen weer terug naar de boerderij, maar meestal kiezen we ervoor om dit ook weer te versnipperen over het land om het de bodem weer terug te geven.
De tarwekorrel wordt vermalen en komt weer terecht in het voer.
Aardappelen
Aardappelen telen we in samenwerking met een akkerbouwer. Hij zorgt voor het gewas en de oogst. De consumptieaardappelen gaan uiteindelijk naar supermarken en aardappel verwerkende industrie. Bijvoorbeeld de AVIKO in Steenderen. Aardappel stoomschillen voeren we weer op aan de varkens. Dit is de schil van de aardappel afgewassen wordt bij de AVIKO. Op deze manier komt deze reststroom weer terug in het voer bij eigen varkens.
Suikerbieten
Suikerbieten telen we voor COSUN. Daarvoor starten we in april/mei met het zaaien van het bietenzaad. Een precisiezaaimachine zorgt ervoor dat op de zaden op de juiste afstand van elkaar in de grond komen.
Suikerbieten groeien door tot ver in het najaar. Voor de vorst worden ze gerooid en aan een hoop gestort. Een bietenmuis zorgt voor een rustig vervoer van de hoop naar de vrachtwagen. Vervolgens maak COSUN er suiker en suikerproducten van. Dit is weer te koop in de supermarkt.
De een restant bij het zuiveren van ruwsap uit bieten wordt weer als meststof gebruikt op het land (Betacal).
Mest
Een varken poept en plast. Dit noemen we mest en komt in de mestkelders terecht. En dan?
Plant
Op onze akkers groeien gewassen (de plant).
Lees hier meer over ons bouwplan en de keuzes die we maken.
Voer
We telen een groot deel van ons eigen voer op eigen land.
Varkens
Iedere week leveren we de oudste varkens af aan de slachterij.